Els van Hoof, kamerlid namens CD&V, komt met een voorstel waarin de Kansspelcommissie voortaan structureel overleg dient te voeren met hulpverleningsinstanties in het veld van gokverslaving.
Van Hoof vindt dat nodig, omdat ook de goksector zelf minimaal éénmaal per jaar rond de tafel zit met de Kansspelcommissie. Ze wil dat nu ook de hulpverlening een stem in het geheel krijgt.
Van Hoof bekritiseert ook de beslissing om het totaal gemiddeld uurverlies te indexeren. “Casino’s en speelhallen zijn 36 procent rendabeler”, klinkt het. In het Nieuwsblad licht zij haar voorstel toe.
Stem voor hulpverlening in kansspelbeleid
Van Hoof vindt het hoog tijd dat de Kansspelcommissie ook eens aan de gokkers denkt. Ze wil dat de hulpverleningssector, net zoals de casino’s en bookmakers zelf, structureel om de tafel gaan met de Kansspelcommissie.
Op deze manier moeten hulpverleners een stem krijgen in het kansspelbeleid. Van Hoof vreest dat nu de operators zelf teveel in de melk te brokkelen hebben. Daardoor zou de Kansspelcommissie vooral denken aan de operators en niet genoeg aan de spelers. Eerder kwam uit de hoek van hulpverleners hetzelfde verwijt.
Wettelijk moet de Kansspelcommissie minimaal één keer per jaar om tafel met de sector. Van Hoof wil de wet wijzigingen en ook de hulpverleningssector de gelegenheid geven om met de Kansspelcommissie om tafel te gaan.
Els van Hoof denkt dat de besluitvorming op deze manier evenwichtiger wordt. Ze hoopt dat het dit jaar nog komt tot een stemming over haar voorstel.
Goed voorstel?
Van Hoof wijst erop dat veel tieners en scholieren risicovol gokken. Onderzoeken zouden dit uitwijzen. Dat klopt, maar wat Els van Hoof er niet bij vertelt, is dat deze tieners en scholieren vooral hun kansen wagen op kansspelen als krasloten, loterijen en sportweddenschappen. Niet zo zeer op slot machines. Indexering van het gemiddeld uurverlies en tieners die risicovol gokken, hebben dus niet met elkaar te maken.
Van Hoof deed eerder al eens het voorstel om de minimale leeftijd voor kansspelen op te trekken naar 21 jaar. Dit voorstel haalde het helaas niet. Er geldt nu een minimum leeftijd van 21 jaar voor kansspelen in casino’s, speelhallen en online casino’s. Loterijen, krasloten en sportweddenschappen kennen een lagere minimumleeftijd, namelijk 18 jaar.
Terwijl onderzoeken juist uitwijzen dat jongeren het meest gevoelig zijn voor juist die type kansspelen. Het voorstel van Van Hoof haalde het niet. Terwijl met dit wetsvoorstel juist jongeren deels weggehouden kunnen worden bij kansspelen. Op een kwetsbare leeftijd.
Natuurlijk is het noodzakelijk dat de Kansspelcommissie en de hulpverleningssector structureel overleg hebben. De hulpverleners kennen de problemen uit de praktijk. Dat is nuttige input voor beleid. Tot nu toe is het de sector aan de ene kant en aan de andere kant politici die willen scoren of vooral spreken voor de kraam van de Nationale Loterij.
Indexering gemiddeld uurverlies slot machines
Van Hoof heeft kritiek op het besluit om het totaal gemiddeld uurverlies te indexeren. Nochtans zat haar partij, CD&V in het parlement toen deze beslissing in 2010 werd genomen. Het is natuurlijk apart dat je eerst iets mee besluit, maar dat je vervolgens protesteert bij de uitvoering van dat besluit.
Ook ligt de indexering van het gemiddeld uurverlies op slot machines net even wat genuanceerder dan ‘casino’s en speelhallen worden 36 procent rendabeler’.
De Kansspelcommissie reageerde ook nog met een persbericht op de commotie. In dit persbericht laat de Kansspelcommissie weten dat in 2010 is besloten dat het gemiddeld uurverlies geïndexeerd moet worden. Er is een indexatie doorgevoerd op basis van dit besluit. Deze indexatie is niet berekend op basis van de consumentenprijsindex, maar op basis van stijging van de welvaart van de bevolking.
In het persbericht uit de Kansspelcommissie ook nogmaals haar zorgen over deelname van minderjarigen aan kansspelen. Men wijst ook op illegale goksites. De Kansspelcommissie heeft al meerdere malen aangegeven dat een attractief legaal spelaanbod de beste bescherming is tegen een verdere opmars van het illegale aanbod.